Versloegen onverslaanbaarheid: de kippen aan zet.
Er was eens een onverslaanbare schaakcomputer, die alle grootmeesters versloeg. Tot op een dag iemand besliste om gewoon erg dom te spelen. De schaakcomputer, bedacht en geprogrammeerd voor het behandelen van de moeilijkste algoritmes, kon met deze aanpak niet overweg en verloor de wedstrijd.
Zduma geraakte geïntrigeerd door deze anekdote en besloot de uitvinder van deze schaakcomputer op te zoeken, om de invloed van deze gebeurtenis in onze samenleving na te trekken.
“Deze nederlaag sloeg in als een komeet” begint Graaf Kapersky von Schachmatt. “In schaken is van iemand intelligenter verliezen geen schande. Maar een nederlaag door een opeenstapeling van achterlijke zetten, dat was ongezien in de menselijke geschiedenis.”
Zduma: “Terwijl de spelregels voor beide spelers dezelfde zijn.”
“Dat maakt het juist zo erg. Je zou verwachten dat het schaakspel ontworpen is om er zo intelligent mogelijk mee aan de slag te gaan. Hoewel het dus ook anders kon.”
Zduma: “Graaf Kapersky von Schachmatt, waarom is dit zo problematisch? Is het niet gewoon maar een spelletje?”
“Mijn schaakcomputer was natuurlijk maar een idee. Maar diens nederlaag in de jaren tachtig zette de hele samenleving in brand. Deze val van de superintelligentie is hét symbolisch kantelpunt uit onze recentste geschiedenis. De val van het het ijzeren gordijn van de rede. Een uppercut aan de logica, want net het gebrek aan intelligentie waarmee de perfectste schaakcomputer verslagen werd, is sindsdien omnipresent in het maatschappelijk leven.”
Zduma: “Heeft u voor onze lezers misschien een voorbeeld?”
“Het komt er tegenwoordig allemaal niet meer op aan dat men intelligente zetten doet. Er heeft zich een hele nieuwe logica aan gedachteloze besluitvorming genesteld. Multinationals en CEO’s zijn al lang met deze achterlijke strategie vertrouwd. Hun bedrijven boeken succes. Zij die het goed met iets voor hebben gaan op hun bek.”
Zduma: “Bent u zeker? Ons was dit nog niet opgevallen.”
“Ook enkele politieke partijen beginnen het principe door te hebben.”
Zduma: “Graaf Kapersky von Schachmatt, bent u serieus? Het gaat toch maar over een eenvoudig verloren schaakspelletje?”
“Het is ons hele leven gaan domineren. Kijk maar naar techniek en cultuur. Worden er nog mooie auto’s gemaakt? De jaren negentig is het moment waarin deze wansmaak tot collectieve norm wordt. Sindsdien luidt er slechts één advies.”
Zduma: “En dat is?”
“Wie een succesvol kunstenaar wil worden, begint beter niet met goede kunstwerken te maken.”
Zduma: “Waarom niet?”
“De fout van de grootmeesters. Tot aan mijn nederlaag lukte dat nog zorgeloos. Nadien kwam de uppercut, weet je wel? Nu is arrogantie nodig. Een goede raad aan aspirerende kunstenaars: word allereerst een klootzak. Dan krijg je jouw werk wel gepubliceerd.”
Zduma: “Gelooft u dit werkelijk?”
“Dan geloven mensen dat je verstand van de dingen hebt. Ahnung. De nederlaag van mijn schaakcomputer betekent dat het doel van het spel niet meer belangrijk is geworden, maar het spelen zelf.”
Zduma: “Vergeef ons in deze logische analyse, maar u stelt dat het gebrek aan intelligente zetten nu overal is. Is deze toestand dan niet 'het spel' geworden? Zo kan op haar beurt toch een nieuwe, andere strategie komen om ook deze toestand te overwinnen? Komt de verstandelijke schaakzet dan niet gewoon terug? Een finale kaakslag aan de onzin?”
“Dat zou men theoretisch vooronderstellen. Helaas is deze vooronderstelling nog steeds vanuit de doelmatigheid van het spel gedacht, niet het spelen zelf. De nederlaag bleek meer dan zomaar een verrassingsaanval. We hebben dit nadien zorgvuldig uitgetest. Zelfs bij dieren gebeurde het.”
Zduma: “Zelfs bij dieren?”
“Onderzoek met mijn kippen. Verstaat u wat ik dadelijk ga zeggen niet verkeerd, want ik houd van hen.”
Zduma: “Graaf Kapersky von Schachmatt, u houdt niet alleen van schaken, maar ook van kippen?”
“Jazeker.”
Zduma: “Een verrassende combo.”
“Dankeschön! Kijk, met behulp van in vitro gemanipuleerde eierschalen schiep ik een nog dommere kip dan de reeds bestaanden. Een uitzonderlijk exemplaar in de geschiedenis.”
Zduma: “Zeg gerust het absolute tegendeel van uw allerslimste machine.”
“Genau dat was de bedoeling. Wat bleek? De domste kip bracht zijn soortgenoten zodanig in de war, dat de hele hiërarchie van het kippenhok verstoord werd. Autoritaire hanen wisten niet meer wat te doen en plaatsten een elegant dansje. Hoenen begonnen hun eieren te schilderen. Enkele vreemde exemplaren hingen ondersteboven aan hun stok. Niets van het anders zo gehiërarchiseerde kippenleven bestond nog. Ik had een hele nieuwe pikorde geschapen.”

FOTO: De kippen van Graaf Kapersky von Schachmatt
Zduma: “Maar dat betekent, conform de Darwinistische leer van natuurlijke selectie, dat via deze methode we uiteindelijk alleen maar…”
“Dommer worden? Tot uiteraard de grootste domheid op haar beurt gepareerd wordt met iets wat buiten haar eigen verstandelijke orde ligt.”
Zduma: “Intelligentie?”
“Of iets nog dommer. Het is niet eenvoudig. Het valt vooraf niet te overzien wat de norm zal worden. Eén iemand begint, de rest gaat imiteren. Het hele kippenhok hing uiteindelijk ondersteboven aan haar stok. De hipster was oorspronkelijk ook maar zo één vreemde kip. Sindsdien laten overal ter wereld mannen hun baard groeien. Wist u dat ontzettend veel fenomenen vanuit het verlies van mijn schaakmachine verklaard kunnen worden?”
Zduma: “Zoals?”
“Het Arabisch schrift bijvoorbeeld. Uiteindelijk was er in de lagere school ooit eens iemand die niet mee deed met de schrijfrichting van de rest. Uit diens onleesbare notities in kladschrift is een hele cultuur ontstaan.”
Zduma: “U heeft zo te horen heel wat in werking gezet.”
“Het is de kip van Pandora. Sindsdien zie ik in alles mijn kippen. Excuseer, ik bedoel: zie ik alles in mijn kippen.”
Zduma: “Wij verstonden uw intelligentste schaakcomputer?”
“Hetzelfde. Een tautologie. Eén van werelds grootmachten zette een gebronzeerde clown achter de knoppen. Binnenkort wordt hij herkozen voor een tweede ambtstermijn. Een oerdomme Nederlandse frietkotuitbater deed maar wat en smeet alles bij elkaar. Hij nam een patent op zijn kapsalon en verdient nu aardig geld. Men moet het spel niet meer begrijpen. Goede smaak of integere principes bestaan al lang niet meer.”
Zduma: “Graaf Kapersky von Schachmatt, zijn we volgens u helemaal doorgeslagen?”
“Dat zie ik in mijn kippen ja. Kijk maar naar het gebruik van Emoji. Een gevolg van mijn schaakcomputer.”
Zduma: “Een gevolg van uw schaakcomputer?”
“De domste mens is daarmee begonnen. Toch het versloeg net zoals in het schaakspel iedere zinnige mededeling. Sindsdien bedient ieder zich van deze communicatievorm. Volwassenen of kinderen – ze uiten zich in exact dezelfde Emoji.”
Zduma: “Maar is die ontwikkeling niet positief? Dat voor het eerst in onze geschiedenis het medium van de taal niet uitsluit?”
“U bedoelt dat er geen verschil meer is tussen analfabeten en zij die het geschreven woord bezitten?”
Zduma: “Jazeker. Dat ook kinderen zich kunnen bedienen van Emoji zonder toegang te moeten hebben tot het dominante schrift. Is dat niet bevrijdend?”
“Deze bevrijding van de geschreven taal is genau wat gebeurt en nog te gebeuren staat. Zelfs voetballers vieren niet langer euforisch hun doelpunt, maar maken nu een hartje. Mijn voorspelling is dat er in de toekomst alleen nog maar teksten uit smileys zullen bestaan. Het schrift wordt overbodig. Net zoals het goede schaakspel."
Zduma: “Is dit niet wat snel door de bocht?”
“Ooit zullen archeologen door onze boeken bladeren zoals wij voor hiëroglyfen staan. Wil men onze literatuurgeschiedenis redden zet men de Tolsjoi’s en Stendhals uit onze bibliotheken best nu naar Emoji om – of ze blijven voorgoed vergeten. Tot wij zelfs gaan dromen in Emoji.”

FOTO: Shakespeare in Emoji. Zduma werpt een steentje op en geeft onze hedendaagse uitgevers een zetje met de inzichten van Graaf Kapersky von Schachmatt.
Zduma: “Gaan dromen in Emoji?”
“Iets voor de toekomst. Het zit in de kippen. Het zit in het schaakspel. Kent u iets van tautologieën?”
Zduma: “Tautologieën?”
“Mijn kippen of de schaakcomputer, het is dezelfde tautologische waarheid.”
Zduma: “Graaf Kapersky von Schachmatt, even persoonlijk. Sinds uw nederlaag leeft u als kluizenaar teruggetrokken van de wereld. Brengt u te veel tijd met uw kippen door? Ons lijkt het...”
“Fout! ‘Graaf Kapersky von Schachmatt, brengt u te veel tijd met uw kippen door of brengt u niet te veel tijd met uw kippen door’ is een ware tautologische uitspraak. Dat is een zin die altijd waar is.”
Zduma: “Graaf Kapersky von Schachmatt, waarom begint u alsmaar over tautologieën? Wij lazen enkele alinea’s eerder eigenlijk de ideale afsluiter voor dit interview.”
“Omdat ù me naar mijn kippen én mijn schaakcomputer vraagt? Kijk, onze liefde die we elkaar uiten, kent ontzettend vele proposities, kortom taaluitingen, waaronder ze waar wordt. Je beschrijft aan iemand en uiteindelijk aan elkaar die ene fijne nuance van ervaren of voelen: een werkelijkheid waarin twee mensen gaan bestaan en die ze voor eklaar gaan betekenen. Het geheel van zulke boodschappen vormen twee personen hun liefde. Je weet wel: 'Roses are red, Violets are blue'. Stuurt men echter één hartje, of twee, of drie, enzovoort, betekent dit alles. En tegelijk niets. De boodschap bekrachtigt daarmee zichzelf, maar niet haar betekenis.”
Zduma: “We begrijpen het en begrijpen het niet.”
“U begrijpt me!”
Zduma: “Eerder slechts wat een tautologische uitspraak is.”
“U begrijpt de link tussen tautologieën en Emoji niet?”
Zduma: “Niet echt neen. En al zeker niet met kippen of dit interview.”
“Dit is dus exact wat met mijn schaakcomputer gebeurde. En met mijn kippen! Na mijn nederlaag werd iedere zinnige mededeling onmogelijk. Niet meer de mededeling, maar het meedelen, niet meer het doel van het spel, maar het spelen werd belangrijk. Geef toe, iedereen voelt in zijn eerlijkste momenten dat ook hij of zij in het spelen ook maar doet alsof. Niemand weet nog iets. En toch doen we verder en zijn we allen experten. Experten in het schaakspel spelen met achterlijke zetten. Tot we elkaar niet meer kunnen zeggen waarom we van elkaar houden of wat we voelen, maar aan elkaar nog slechts die ene verschijning aan liefde kunnen betuigen indien we ons van dat ene hartje of die ene Emoji bedienen.”
Zduma: “😳”
“Maar ik niet. Ik uit dagelijks aan mijn kippen dat ik ze graag zie. Denkt u maar niet dat ik hen Emoji voeder! Ik denk er vaak over na wanneer ik hen bezig zie. In de geschiedenis van de Westerse metafysica vindt men eigenlijk maar één equivalent voor dit alles en niets van de Emoji.”
Zduma: “En dat is?”
“God.”
Zduma: “God? Van kippen naar de Emoji, naar God?”
“Ik zie de Emoji als een soort taal Gods. Zo moet God denken. En spreken. De hele geschiedenis hadden die profeten met hun stenen inscripties en Bijbelse rollen het falsch.”
Zduma: “Falsch?”
“Fout. Met Emoji zou er nooit een toren van Babel zijn geweest.”
Zduma: “U beleeft blijkbaar de hele wereldgeschiedenis in uw kippenhok.”
“Dat klopt.”
Zduma: “Overigens, leeft deze kip nog?"
“Die domme? Neen, zij is een martelaarsdood gestorven. Op een ochtend zag ik haar motorolie drinken van de tweetakt uit de grasmachine. Daarna heeft ze nog maar een paar uren geleefd.”
Zduma: “Graaf Kapersky von Schachmatt, bent u de verbittering van uw nederlaag ooit te boven gekomen? Het lijkt ons dat een intelligent man als u in de samenleving allerhande samenhangen vermoedt, slechts om zijn verlies te rationaliseren. Terwijl het allemaal maar een spelletje betreft?”
“Een spelletje? U noemt onze hele cultuur, techniek, politiek en media een spelletje. Alles is veranderd. Zelfs in mijn kippenhok. Stuur nu maar eens een hoofdstuk uit De Gebroeders Karamazov naar een uitgever op. Ik zweer het je, een mens krijgt zoiets niet langer gepubliceerd. Kan u zich dat voorstellen?”
Zduma: “Wat juist?”
“Dat Dostojewski nu gedwongen zou worden chicklits te schrijven. Of kookboeken. Ja, het klopt. Na de historische uppercut is het spelletje veranderd: onze doelen zijn verloren. Mensen zijn meer gewoon aan Twitter dan aan de lengte van James Joyce’ zinnen.”
Zduma: “Graaf Kapersky von Schachmatt, tot slot, wat doet u persoonlijk om zin aan uw dagen te geven?”
“Ik combineer tegenwoordig mijn passies. Ik schaak met mijn kippen.”
Zduma: “U schaakt met uw kippen? Tegen de welke?”
“Neen, mét mijn kippen. Mijn kippenhok is mijn schaakbord. Zo zet ik elk exemplaar in een in het zand getekend vierkant neer en trek vervolgens een lijnstuk loodrecht voor hun snavel. Na een korte hypnose ontwaakt er een kip die zich, schijnbaar ad random, naar een ander veld beweegt. Uit hun eigenzinnige gang ontwikkel ik nieuwe schaakinzichten. Een geheel nieuw complex spel speel ik met hen! Uiteraard om toekomstige grootmeesters te verslaan. Momenteel schat ik mijn winstkansen zeer hoog in. Misschien dat ik zo alles wat in de jaren negentig fout liep alsnog kan rechtzetten.”
Zduma nam na dit interview de proef op de som en transponeerde deze eigenzinnige methode van de verslagen schaakcomputer naar andere disciplines. We reden Kuurne-Brussel-Kuurne in tegenovergestelde richting en wat bleek? We kwamen gewoon in Kuurne aan! Zduma legde stiekem een erwtje onder de mensen hun matrassen: de nietsvermoedenden sliepen prinseselijk zacht. Ook klopten wij, gewapend met een kip onder onze arm, bij verschillende uitgeverijen aan om deel I van onze Emoji-band van Shakespeares oeuvre te publiceren. Toch deze uitgevers met lange hipsterbaarden reageerden onverschillig en onderkoeld. Niet in het minst hanteren zij intussen zelf deze gedachteloze methode en loven dan volstrekt smaakloze dingen.
Uit: Zduma. Fictief tijdschrift voor literatuur. Juni 2020.
Comments