Fritten in ademnood.
Grote levensvragen schuilen vaak in de kleinste dingen. Het is geen geheim: wij bij Zduma zijn liefhebber van de dagelijkse omgang met het zo simpelste gewone. Niet voor niets is de bruine kroeg ons geliefkoosd venster op de wereld. Echter bij gebrek aan staminee in de laatste maanden besloten wij “het oneindig grote in het kleine”, waarover Gordiano Bruno reeds in de zestiende eeuw kwam te spreken, elders op te zoeken en de verwondering te laten verkeren waar ze volledig thuiskomt: in de frituur.
Aan het kermiskraam van de Brusselse familie Vandermeulen, al meer dan honderddertig jaar actief in België als vagebond van de gebakken friet, ontmoeten we Davy Verbeke, een zelfverklaard kenner van het geoliede goed. Beignets, smoutebollen, fritten, halal churros, cervela’s of curryworsten: zolang met het doopsel in het vet het heilige sacrament is toegediend, wordt menig vleesje door Davy de hemel in geprezen.
“Maar ze hebben hier ook halal churro’s en grani frutti.”
“Excuseer grani frutti? Gegarneerde frit?”
“Neen, grani frutti.”
“Grani frutti?”
“Om van te snoepen.”
Jazeker, aan snoepgoed evenmin een gebrek. Alleen Pommes d’amour, roodgesuikerde appels en dat soort dingen, begrijpt Davy niet. “Suiker hoort niet thuis in een frituur. Ik ga voor een cervela toch ook niet naar de bakker? Op vet komt het aan.”
FOTO: Kermiskraam Vandermeulen in Anderlecht
Davy onthult ons meteen enkele geheimen uit de frituur- en kermiskraamwereld. Betekenisvol wijst hij naar de suikerspinnen. Achter zijn hand fluistert hij: “Het schijnt dat Lise Spit hier elke week komt om een nieuw kapsel.”
Vreemde gedachte. Zduma laat zich niet afleiden door Davy Verbeke, die onder zijn zomershort nota bene kousen draagt met daarop Waldek van Thuis afgebeeld.
“Waldek van Thuis?”
“Waldek Konsinski. Geboren 14 december 1964. Ga maar eens kijken op zijn Wikipedia-pagina.”
Zduma probeert, bedacht op het grote in het kleine, Davy’s blik op de dingen te begrijpen. Waarom zegt hij ons deze dingen? Na even aanschuiven is het eindelijk aan hem. Davy trekt zijn kousen hoog. Zichtbaar opgewonden wrijft hij in de handen. Wat ervaart iemand wanneer die hier zijn bestelling plaatst?
Al is het voor ons allerminst eenvoudig. Davy komt hier zo dikwijls, dat hij zelfs geen woorden meer moet uitspreken. Ze weten het al. Ze – de familie Vandermeulen. Of hij dan iedere keer hetzelfde bestelt? Zeker niet. Een korte blik en goedkeurend knikje volstaat voor de familie Vandermeulen om exact te weten wat Davy vandaag wenst. Frittentelepathie.
“Davy, zou Zduma mogen vragen wat u deze keer besteld heeft? Of blijft dit voor ons alsnog een verassing?”
“Een Bicky.”
“Eet u deze burgers dikwijls?”
“Héla, noem een Bicky Burger nooit een burger.”
“Maar hoe dan wel?”
“Een Bicky natuurlijk.”
“Maar principieel is het een burger? Niet?”
“Een echte Bicky Burger is wat stekeliger.”
“Stekeliger?”
“Niets is zo teleurstellend als een gladde Bicky. De kantjes, daaraan herkent men het echte werk.”
“Het echte werk.”
“En het juiste vlees.”
“Niet gladgemalen.”
“Maar stekelig.”
“Stekelig.”
“Juist. Zo weet je meteen dat het echte zijn.”
«Ce sont des vrais Bickys?»
“Maar Davy, dat weet je uiteindelijk pas nadat je hem hebt gekregen?”
“Héla, zeg nooit zomaar hem tegen een Bicky Burger.”
“Hem?”
“Een Bicky is voor mij hoogst vrouwelijk.”
“Vrouwelijk?”
“Vrouwelijk.”
Vrouwelijk en stekelig. Davy benoemt voor ons twee ongekende kwaliteiten van de Bicky Burger. Zduma voelt het. Iets dient zich aan. Het ligt in de dingen. Dit moment – langzaam ontvouwt zich het grote in het kleine.
“Maar Davy Verbeke, nogmaals, wij kunnen ons toch moeilijk voorstellen dat alvorens u haar bestelt u eerst nog even aan het vleesje komt dat u mogelijks gaat bestellen.”
“Waarom zou men dat doen?”
“Om zeker te zijn of het…”
“Zij.”
“Om zeker te zijn of zij een echte Bicky Burger is.”
“Toch wel. Er is maar één methode om het te weten te komen.”
“En die is?”
“Grab ’em by the Bicky. Vaak bestel ik twee Bicky’s: één om aan te voelen en vervolgens een andere om op te eten.”
“Niet waar?”
“Toch wel.”
“Al zijn vermoedelijk ook geen twee Bicky’s gelijk?”
“Nja, dat klopt.”
“Maar Davy, dan weet u het nog niet?”
“Helaas. Een Bicky Burger bestellen blijft telkens een enorm risico.”
“Dat moet zijn. Vind je het dan niet jammer dat uiteindelijk nadat je haar besteld hebt je pas kan weten of het de echte Bicky Burger is?”
“Uiteraard kan je het altijd eens vragen. Pardon, ce sont des vrais Bickys?”
“Mais bien sûr. Nous utilisons uniquement les trois sauces de Bicky. ”
Reductio ad Bickyfinitum
Niets over een stekelig kantje. Noch wordt er gewag gemaakt van vrouwelijkheid. Daarentegen wordt een heilige Drievuldigheid vermeld. Vragend kijken we Davy aan. Zduma wist het! Het grote toont zich in het kleine. Wat is een Bicky? In een korte, verslagen blik uit Davy’s gezicht weerspiegelt zich plots de hele Universaliënstrijd uit de Middeleeuwen. Davy vraagt zich af: wat is een echte Bicky Burger?
In de elfde eeuw na Christus stelde de nominalist Roscellinus dat universalia slechts flatus vocis, ‘aangeblazen woorden’ waren. Anders gezegd: zij zouden talige constructies zijn in onze poging iets uit onze ervaring te halen door deze te conceptualiseren. Want los van de vraag wat een Bicky Burger juist tot Bicky Burger maakt, denkt Davy, in Waldek sokken, hier aan het fritkot iets fundamenteler: misschien bestaat dat wat wij de Bicky Burger noemen helemaal niet, maar bestaan er slechts ‘Bicky Burgers’?
Dat betekent: heeft Davy nu net iets besteld wat helemaal niet bestaat? Misschien is een Bicky Burger het resultaat van onze ervaring van één Bicky Burger, en nog één, en nog één? Immers, zo gaf hij zelf aan: geen twee Bicky’s zijn gelijk. Bestaat, eerlijk gesproken, ‘de Bicky Burger’ dan nog wel?
Toch Davy is reeds bij een andere gedachtegang. Is dat wat wij een Bicky Burger noemen werkelijk een “Bicky Burger” en niet eerder een broodje plus gestekeld vlees plus gedroogde ajuintjes plus drie Bicky sauzen plus een associatieve vrouwelijkheid?
‘Mijn god!’ denkt Davy twee gedachten verder. ‘Mogelijks nog verwarrender!’ Diezelfde gedachtegang moet hij drie keer opnieuw herhalen. Telkens voor ieder extra Bicky-sausje. Is dat wat wij Bicky-saus noemen werkelijk Bicky saus of niet eerder…
Op dit punt aangekomen is Davy vertwijfeld. Of “een Bicky Burger eten” daarom een onnauwkeurige waarneming is, die het geheel achter en de verscheidenheid in de Bicky Burger net verbloemt? Nu wordt het onbegrijpelijk. Is een Bicky Burger eten net een Bicky Burger niét kennen? En of Davy daarom de Bicky Burger net onteert, door haar slechts als ‘Bicky Burger’ te bestellen?
Benauwde handen. Dat alles denkt Davy, terwijl intussen dat vet maar kookt en fritten goudbruin bakken, misschien maar in een seconde. Om zichzelf een houding te geven trekt Davy trekt zijn kousen nog een keer op. Waldek Kosinski tot boven zijn enkels. Snel corrigeert hij met zijn vinger vooruitgestoken. Ditmaal niet met een blik maar met woorden.
“Madame! Excusez-moi. Je voudrais alors trois sauces de Bicky, une -!- Bicky, des croutons et oignons de Bicky, tous dans un sandwich de Bicky.”
“Donc. Ca fait quatre Bicky. Alors seize euro.”
Davy betaalt misschien wel voor vier Bicky’s maar weet wel beter. Het komt er op aan zich van iedere ervaring nauwkeurig bewust te zijn. De Bicky saus proeven. En de andere Bicky saus. En de nog andere. En al de stekelige en gekartelde puntjes op je tong laten vallen. Het broodje benoemen. Even op de augurkjes zabberen. De sesamzaadjes tellen. Die gedroogde ajuintjes turven! Waarom hij nog nooit onder een vergrootglas fritten heeft gegeten? Nooit eerder heeft Davy het zich afgevraagd.
“Uiteraard” verklaart Davy goedkeurend. “Wanneer al die ervaring ons gegeven is, is het niet meer dan logisch dat één Bicky de prijs van vier kost.”
Davy voelt: iets in zijn leven is veranderd. Davy heeft geen vier Bicky Burgers gekocht. Zelfs niet één. Davy heeft voor iets anders betaald. Hij weet: net zo eert men haar. Zij. De Bicky. Beslist: Davy wil niet langer lompweg een Bicky-Burger bestellen. Davy wil de ervaring van een Bicky Burger bestellen. Davy wil een Bicky Burger denken.
FOTO: Grani Frutti en de haren van Lize Spit, in emmers links
Zduma is getuige: zoals een lans het spaakbeen van een ridder raakt, treft het grote hier het kleine. Ook al schijnt maar voor een goddelijke seconde het licht in de Bicky Burgers, Davy heeft De Waarheid gezien. Hij heeft ze besteld. Daarom komt een mens naar de frituur.
Vast moet iedereen die hier komt zijn groots moment in het kleine kennen. Niet? Om de proef op de som te nemen sprak Zduma nog snel een galante maar onzekere jongeman aan, die voor dit artikel anoniem wou blijven. Hij maakte bij zijn bestelling een woordeloze knieval aan het frietkot.
“Iedere keer ik hier bestel, denk ik er over om de dochter van de uitbaatster ten huwelijk te vragen.”
“Is het u dan nog nooit gelukt?”
“Vandaag heb ik gewoon een pak friet andaloes besteld.”
“Andaloes? Ze noemt Anda-Loes?”
“Uhu. Anda-Loes Vermeulen. Goed gezien van mij hé. Ik bestel dus haar én het pak friet! Weet u, ik probeer steeds haar naam zo onopvallend mogelijk uit te spreken. Fluister ik bij mijn bestelling in diepste stem haar naam, Anda-loes, weet ik zeker dat ze me begrepen heeft. Ze beloont me dan met een speciaal voor mij huisbereid sausje.”
Fritten bestellen in ademnood. Of zowel Davy als onze galante jongeman volgende keer een gedurfdere bestelling plaatsen? Niemand weet of onze schouders het grote in het kleine ooit volledig zullen dragen.
Uit: Zduma. Fictief tijdschrift voor literatuur. Juli 2020.
---
Bronvermelding:
Waldek Kosinski, 14 december 1964 https://nl.wikipedia.org/wiki/Waldek_Kosinski
Om de nominalistische boodschap van dit artikel nog meer te onderschrijven, ontmoette Zduma niet toevallig ‘Davy Verbeke’. Een strak vooronderzoek leerde ons dat er in Vlaanderen minstens evenveel Davy Verbeke’s als Bicky sausjes bestaan:
Davy Verbeke 1 uit Vlaanderen: http://davyverbeke-renovatiewerken.be/
Davy Verbeke 2 uit Vlaanderen: https://www.gofundme.com/f/nachtje-feest-glaasje-ontbijt-in-het-zonienwoud
Davy Verbeke 3 uit Vlaanderen: https://chirojongens-lendelede.weebly.com/toppers.html
Comments