top of page
Foto van schrijverJens Vydt

Zdumi ·4

Zdumi zijn kleine schrijfsels van Zduma.



Zduma betekent: een te grote interesse voor het onbelangrijke hebben. Onze redactie moet dan ook bekennen: nergens waar wij ons hart meer kunnen ophalen dan in het middeleeuwse denken. Allerminst omwille van het grote van deze denkers. Net in het belachelijke onnozele van deze klassieke meesters hun gedachtewereld verschijnen vaak de interessantste bedenksels.

“Hoeveel engelen kunnen dansen op een naald?”

Met dit soort vraagstukken hield de doorsnee middeleeuwse filosoof zich bezig. Het was een vraag van het geloof, die, werd ze gesteld, de mens steeds zijn beperkte positie ten aanzien van het oneindig aantal mogelijkheden dat God representeerde bevestigde. Hier sprak niet zozeer verwondering voor wat was, maar voor wat kon. En door zulke vragen te kunnen stellen, nam de middeleeuwse denker zelf even deel aan die eindeloze Goddelijkheid.


Hoe fantastisch is het dat je filosofen als Anselmus, Dun Scotus, Meister Eckhart of Avicenna kan lezen en blijven lezen. Hun boodschap blijft onbegrijpelijk. Je kan hen lezen en alles denken. Je kan hen lezen en kort, voor heel even, slechts zolang een vraag duurt, verlost zijn van de last van onze hedendaagsheid: dat alles een betekenis moet hebben.


In hun pre-wetenschappelijke denkwereld vind je geen verklaring voor wat is, maar spreekt verwondering voor wat kan.


Het teken dat deze denkers dan ook het beste samenvat is niet het christelijk kruis maar zonder meer het vraagteken. Een vraagteken? Hun vreemde blik op de dingen is geen verklaring, maar een kunstzinnig opgezet vraagteken.

“Heeft de jarige de strijkplank omgekeerd in het hondenhok gezet?”

Nu bestaan er soorten vragen. Er bestaan vragen die elke vorm van antwoord onmogelijk maken. Er bestaan vragen die slechts één antwoord verlangen. Er bestaan vragen die op hun beurt andere vragen oproepen. En er bestaan vragen die andere vragen uitsluiten.


Hoort u Zduma afkomen? Wat een goede vraag is? Wat een slechte vraag?


Neen hoor. Zduma werpt in een middeleeuwse echo liever enkele nieuwe op. Of de jarige zijn strijkplank omgekeerd in het hondenhok heeft gezet. Of een druif, wanneer zij een andere ziet, groeit? Waarom apen geen eieren leggen? Of garnalen ooit koorts hebben? Of een wrat soms slaapt? Of de ananassen, uit de koelcontainers genomen en eens op kamertemperatuur gekomen, zich aan hun verre reis herinneren?


In de vraag legt de werkelijkheid haar vaste, dominante structuur af en stroomt ze even. Tenminste voor wie de vraag niet weglacht. Want misschien is niet ‘de onbeantwoordbaarheid’ der dingen maar hun evidente gegevenheid het ergste wat iemand kan overkomen.


Een middeleeuws wijsgeer hielt een pluisje in het licht om zich vervolgens af te vragen of het geen steen kon zijn. Of ooit kon worden! Als het al nooit één geweest was. God kon daar voor iets tussen zitten. Zoniet was God God niet. De legendarische patstelling of God een steen kon schapen die hij zelf niet kon dragen. Dit soort paradoxen, die ons niet dichter naar de natuur van God of de wereld voeren, brengen ons naar het denken en de verwondering zelf.

“Vlijmscherpe lichamen”

In de middeleeuwse literatuur vind je heerlijke voorbeelden van middeleeuwse twisten over de vraag of een steekwonde nu te wijten is aan de scherpte van het mes of aan de -let op!- 'doorsteekbaarheid' van het menselijke lichaam.


Zduma: Horen dergelijke vragen niet tot het mooiste wat de mens ooit heeft gedacht?


In onze expertisecultuur is de vraag, eens het Middeleeuwse atlasgevoel en telescoop naar de werkelijkheid, tot het teken van domheid geworden. We beantwoorden vragen niet meer. We lachen ze weg. Van kleins af aan wordt ons aangeleerd hoe antwoorden te ontwikkelen. Wij kijken niet meer naar messen, steekwonden, ananassen of naalden om vervolgens daarbij iets groots te voelen.


De hedendaagse lezer wordt slechts nog getroffen door de onnozelheid van zulke vraagstukken. De doorsteekbaarheid van het menselijke lichaam? Mens, even serieus zeg. Terwijl een scholastieker met Middeleeuwse blik evenzeer getroffen zou worden door de onnozelheid waarmee wij onze dagelijkse Apps bedienen, Bubble Fruit Shooter spelen en Emoji’s met Emoji’s beantwoorden. Met soortgelijke rituele gedrevenheid.


FOTO: Bubble Fruit Shooter – Het middeleeuwse hedendaags kanon op onze werkelijkheid

and on the way home you held your camera like a bible, just wishing so bad that it held some kind of truth

Bright Eyes - Old Soul Song (For The New World Order)


Als we dan toch naar onze Apps moeten kijken om ons ieder uur te verbinden met wie we zijn (en een middeleeuws denker deed met zijn onnozele vragen niets anders): kan er één ontwikkeld worden die absurde vragen genereert? Of ons leert hoe emotioneel te groeien door in verwondering –absurde, foute, onnozele, de juiste?– vragen te stellen?


Een App die absurde vragen genereert. Of middeleeuwse? Want brengt, niet het antwoord, maar net de vraag ons het dichtst tot – menselijke intelligentie?


Recente blogposts

Alles weergeven

Zd-16

Over schaatsende oermensen, Diogenes in air maxen en waarom de smurfen nooit selfies namen.

Zd-15

Chips als onmogelijk verzet. Over Marx, ringelingsliberalisme en het vastzitten in onze eigen vrijheid.

Zd-14

Rutger Tasman en het zonlicht tussen zijn bronzen armharen. In gesprek over literatuur, Phil Collins en Baudelaire aan't spit.

Comments


De nieuwste Zduma meteen in jouw mailbox? Geef dan hier jouw e-mailadres op.

Zduma!

bottom of page