top of page
  • Foto van schrijverJens Vydt

Zdumi ·3

Zdumi zijn kleine schrijfsels van Zduma.



Wie zoals de Zduma-redactie opgroeide in de jaren negentig herinnert zich vast en zeker nog de komst van de flippo's. Niemand kon vertellen wie er als eerste op de speelplaats mee begon, maar al snel veroorzaakten ze een golf aan gedragsverandering in de hele lagere school. Zduma ziet een opmerkelijke overeenkomst met het mondmasker.


--- Sleutel om deze Zdumi te ontcijferen: Kind = volwassene. Speelplaats = samenleving. Flippo = mondmasker. ---


Waar de hele rage begon? Bij jezelf. Het eenvoudige opmerken van een flippo bij een ander kind genoegde om plots vast te stellen dat je er zelf ook één wou. Binnen de week verlangde de hele speelplaats ze.


Het eerste waar je op het einde van de les, vlak voor de speeltijd, naar greep, waren die plastieken schijfjes in je broekzak. Heel de les had je ze al gevoeld, tastend in je zak. Je kon als kind het klaslokaal niet verlaten zonder flippo. Zonder wou je toen het huis niet uit. Sterker nog: je wou deze ook aan andere kinderen laten zien. Zo wisten ze tot welke soort je hoorde: de normale kinderen. Flippo’s verzekerden je status. Of je erbij hoorde. Of je mee mocht doen. Het duurde niet lang of alle kinderen hadden ze.


Bezorgde moeders die het beste met hun kroost voorhadden, kochten de supermarkten leeg. Beter gezegd: enkel de chips uit de supermarkten. Wat een slagveld. Lege rekken chips bleven achter. In de Unic, lang voor de komst van de Albert Heyns, durfde het wel eens tot een handgemeen tussen twee struise huisvrouwen komen, die achter hun winkelkar ruzieden om het laatste pak chips. Alles voor ons, onverzadigbare kinderen. Ach, tenslotte, het was toch maar een stukje plastic.


Nochtans: kind zijn liet zich helemaal nieuw definiëren door de omgang met dit plastieken schijfje. Met een simpele ingreep van een plastic stukje keken we nog meer met de blik van de andere naar onszelf. De flippo bepaalde hoe wij aan anderen verschenen.


In het grote, ongeschreven handboek van kinderlijk gedrag was het bezitten van flippo’s de basisvoorwaarde voor wederzijdse aanvaarding. Kinderen hielden hun neus op voor een kind zonder flippo’s. Er werd in die tijd voor minder tegen de schenen gestampt. Het was als gepest knaapje nochtans allerminst eenvoudig dit allesomvattende kluwen aan je ouders uit te leggen. Waar die blauwe plekken op de scheenbenen vandaan kwamen? Typisch kinderen, zoiets. Gelukkig doen volwassenen dat niet.


Een kind dat toen met een flippo verscheen zei eigenlijk tegen andere kinderen: nu hebben jullie er ook één nodig. Het installeerde verlangen. Het installeerde het nieuwe normaal. Kinderen toonden stiekem hun flippo's, onder de schoolbank of in de refter. Zo wisten ze: wij horen erbij. De flippo zette een wereld aan sociale interactie in werking, met afspraken hoe flippo’s geruild moesten worden en spelregels hoe je flippo’s buit kon slaan. De flippo regelde hoe men met elkaar omging. De flippo bepaalde wat mocht.


Straf staaltje tovenaarskunst. Oké, flippo’s bestaan niet meer. Maar met een simpele flippo heeft men een hele generatie chips leren eten. Zo kampt de schrijver van dit artikel tot vandaag nog met een chipsverslaving. Vent, om slechts mee te geven: sommige interventies in het menselijk handelen zijn onuitwisbaar. Denk toch maar even goed na wat we elkaar achteloos opdringen.

Recente blogposts

Alles weergeven

Zd-16

Over schaatsende oermensen, Diogenes in air maxen en waarom de smurfen nooit selfies namen.

Zd-15

Chips als onmogelijk verzet. Over Marx, ringelingsliberalisme en het vastzitten in onze eigen vrijheid.

Zd-14

Rutger Tasman en het zonlicht tussen zijn bronzen armharen. In gesprek over literatuur, Phil Collins en Baudelaire aan't spit.

De nieuwste Zduma meteen in jouw mailbox? Geef dan hier jouw e-mailadres op.

Zduma!

bottom of page